Reglement "privébeplanting op de openbare ruimten"

De Gemeenteraad,

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, en met name artikel 117;
Gelet op het algemeen politiereglement;
Overwegende dat het algemene beleidsprogramma 2018 - 2024 tot doel heeft het aantal
burgerinitiatieven voor vergroening van de openbare ruimte te vergroten;
Overwegende dat vergroeningsinitiatieven van particulieren in de openbare ruimte zowel door de
stadsdiensten (groene ruimten, wijkcontracten, duurzame ontwikkeling...) als door het gewestelijk
bestuur (AG21-subsidies, Goodfood...) worden ondersteund;
Overwegende dat deze initiatieven toenemen en diversifiëren (klimplanten op gevels,
plantenbakken, beplanting van boomputten);
Overwegende dat de verschillende ingrepen in de openbare ruimte moeten worden ingekaderd met
bepalingen die de toegang tot het publieke domein voor alle burgers, het behoud van openbare
installaties en voorzieningen en de openbare veiligheid garanderen;
Overwegende dat dit reglement tot doel heeft nauwkeurig de voorwaarden vast te stellen
waaronder de openbare ruimte ter beschikking kan worden gesteld met het oog op de beplanting
door particulieren.

BESLUIT:

De bepalingen van het onderstaande "reglement betreffende de beplanting" goed te keuren:

Reglement betreffende de privébeplanting op de openbare ruimten

Titel 1: GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

Artikel 1: Toepassingsgebied
In overeenstemming met het algemeen politiereglement regelt dit reglement op het hele
grondgebied van de Stad Brussel de uitvoeringsmodaliteiten van de projecten voor het opzetten van
beplantingsinrichtingen door particuliere initiatieven van lokale oorsprong (de aanvragers) op het
publieke domein.
De volgende herbeplantingsprojecten kunnen op grond van dit reglement worden toegestaan:
    • Een klimplant plaatsen op een gevel aan de straatkant;
    • Een boomput beplanten langs de weg, met uitzondering van parken en openbare groene ruimten;
    • Een of meer bakken plaatsen in de openbare ruimte bedoeld voor beplanting.
Elke andere inrichting is volgens deze regels niet toegestaan.

Artikel 2: Voorwaarden met betrekking tot de aanvrager(s)
Elke burger van de Stad Brussel die een beplantingsinrichting als bedoeld in artikel 1 van dit reglement wil plaatsen, moet vooraf toestemming krijgen van het college.
In het geval van een aanvraag voor de plaatsing van een klimplant, zoals bedoeld in artikel 10,
moeten de aanvragers (mede-)eigenaar zijn van het gebouw waartegen de plaatsing is gepland.
Wanneer een aanvrager huurder is, zal hij de schriftelijke toestemming van de verhuurder moeten
voorleggen.
In het geval van een aanvraag voor de plaatsing van een plantenbak, zoals bedoeld
in artikel 9, is het raadzaam een collectieve aanvraag te doen van ten minste twee aanvragers die binnen 50 meter van de plaats waar de plantenbak zal worden geplaatst wonen: de aanvraag van bewoners die op
hetzelfde adres wonen, zoals een gezin of huisgenoten, zal dus worden beschouwd als een
individuele aanvraag.
In het geval van een aanvraag voor beplanting van een boomput langs de weg, zoals bedoeld in
artikel 8, mag de aanvrager slechts één put gebruiken.

Artikel 3: Onderzoek van de aanvraag en beslu
it tot toekenning De aanvraag wordt ingediend bij de betreffende afdeling via een online registratie die toegankelijk is op de website van de stad. Deze registratie omvat alle documenten die nodig zijn voor een goed
begrip van het project, in het bijzonder de contactgegevens van de aanvrager en een foto van de te
beplanten plaats.
Het beplantingsproject zal het onderwerp zijn van een haalbaarheidsstudie door de bevoegde
gemeentelijke diensten. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan de esthetiek van de inrichting en de integratie ervan in de directe omgeving, zoals erfgoedkenmerken.
De afgegeven vergunning onderschrijft niet de stedenbouwkundige conformiteit van het gebouw
(gevel, bestemming of indeling) waarop de beplantingsinrichting betrekking heeft.
Indien meer dan één aanvrager dezelfde plaats wenst te beplanten, zal de eerste aanvrager die een
volledige registratie heeft voltooid, voorrang krijgen.

Artikel 4: Verbintenissen van de aanvragers
Zodra de vergunning voor het privégebruik van de openbare ruimte is verkregen, kunnen de aanvragers, naast de specifieke voorwaarden met betrekking tot de specifieke kenmerken van elk project zoals uiteengezet in titel II hieronder, hun project uitvoeren met inachtneming van het algemeen politiereglement.

Ze moeten ook:
De omgeving en de planten respecteren :
    - De beplantingen (de planten verzorgen, water geven, snoeien...) en de installaties onderhouden gedurende de hele levensduur van de inrichting;
    - Ecologische tuiniermethoden gebruiken en de bodem handmatig ontdoen van onkruid;
    - Geen gewasbeschermingsmiddelen en minerale meststoffen gebruiken (alleen organischemest zoals huishoudcompost, mulch met organische resten...);
    - De vernieuwing en vervanging van wegkwijnende planten garanderen in overeenstemming met de lijst van toegelaten planten;
    - De boom (en zijn wortelstelsel) die deel uitmaakt van de inrichting of zich in de buurt van de inrichtingen bevindt, intact houden. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan de bodemhoogte te verhogen; er mag niets aan de stam worden vastgemaakt; de grond mag niet worden omgespit; enz.
De openbare netheid en veiligheid respecteren :
    - De beplante oppervlakten schoonhouden (regelmatige verwijdering van onderhoudsafval of afval dat door derden wordt achtergelaten, beheer van spontane begroeiing, verzamelen van bladeren en bodemverontreiniging...);
    - De plant goed geleid en gestoken houden en eventueel voorzien van traliewerk;
    - De doorgang en veiligheid van voetgangers, kinderwagens en buggy's en de toegankelijkheid van de openbare ruimte garanderen. De plaats die de herbeplantingsinrichting inneemt in de openbare ruimte mag in geen geval de openbare nutsvoorzieningen (straatnaamborden, openbare verlichting...) verhullen.
Het is de aanvragers niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de Stad wijzigingen aan de geautoriseerde inrichtingen aan te brengen.
Indien nodig kan het gemeentebestuur ertoe worden gebracht de inrichting op eigen initiatief te wijzigen, zonder voorafgaan de kennisgeving aan de aanvrager.

Artikel 5: Verantwoordelijkheid
De aanvragers zijn volledig en uitsluitend aansprakelijk voor alle schade aan eigendommen en persoonlijk letsel die door de inrichting kunnen worden veroorzaakt gedurende de gehele looptijd van de beplantingsinrichting, als gevolg van gebrek aan onderhoud of het niet nakomen van de in dit reglement genoemde verbintenissen en voorwaarden. Het is de verantwoordelijkheid van de aanvragers om na te gaan of zij over de nodige verzekeringen beschikken.
In het geval van verhuizing en/of verkoop van het gebouw, zal de aanvrager de Stad uiterlijk een maand van tevoren op de hoogte brengen. De aanvrager moet ofwel de toestemming van de nieuwe eigenaar/huurder krijgen om het project over te nemen, met inachtneming van de genoemde verplichtingen, ofwel het project beëindigen, met inachtneming van een opzegtermijn van één maand, in afwijking van artikel 6.

Artikel 6: Intrekking van de vergunning en herstel van de openbare ruimte
De aanvrager verbindt zich ertoe zijn beplantingsproject uit te voeren en gedurende een periode van ten minste drie jaar te onderhouden. Aan het einde van deze periode wordt de machtiging tot beplanting stilzwijgend verlengd voor een periode van één jaar, behalve in geval van opzegging door een van beide partijen, waarvan ten minste één maand voor het einde van de lopende periode schriftelijk kennis wordt gegeven.
Aangezien de vergunning voor privé - inname van de openbare ruimte op precaire basis wordt gegeven, kan deze door de Stad op elk moment worden ingetrokken wanneer het algemeen belang dit vereist.
De vergunning kan ook worden ingetrokken indien de bepalingen van dit reglement en de verbintenissen van de aanvragers niet worden nageleefd, ongeacht een administratieve geldboete uit hoofde van het algemeen politiereglement.
In geval van intrekking van de vergunning kan de stad de aan de aanvrager ter beschikking gestelde voorziening onmiddellijk verwijderen, zonder dat iemand enige aanspraak kan maken of enige schadevergoeding kan eisen.

TITEL II: TECHNISCHE VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT DE VERSCHILLENDE METHODEN VAN BEPLANTING

ARTIKEL 7: Algemene verplichtingen
Ongeacht het type project is het planten van bamboe of van stekelige, giftige, stekende of als invasief
beschouwde planten niet toegestaan. De aanvrager zorgt ervoor dat inheemse of genaturaliseerde
soorten worden geselecteerd. De aanvrager verbindt zich er ook toe om planten te kiezen die aangepast zijn aan de situatie (schaduw, zon, wind...).
Het gebruik van pesticiden is strikt verboden in openbare ruimtes.

ARTIKEL 8: Boomput
Boomputbeplantingen moeten de ontwikkeling van de boom en zijn integriteit behouden. In dit verband moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
    Geen interventie in de beplantingsput binnen 3 jaar na het planten van de boom;
    behalve, bij wijze van uitzondering, voor zaailingen van eenjarige planten met een zeer lichte beworteling, waarbij een duidelijke afstand van ten minste 30 cm aan elke kant van de stam moet worden angehouden;
    Controle van de verenigbaarheid van de beplantingen met de vorm, de aard en de bewortelingsdiepte van de boom (zodat grondbewerking voor de beplantingen zonder risico voor de wortels van de boom mogelijk is);
    Het is verboden om boomwortels te snijden. De aanplanting moet dus worden stopgezet als de putgrond wordt opgevuld door de wortels en kiemwortels van de boom. De aanvrager houdt een afstand van 15 cm rondom de boomkrans aan en bewerkt de grond tot een maximale diepte van 5 cm. Er kan een lichte toevoeging van compost of mulch worden gemaakt, maar het bodemniveau mag niet hoger zijn dan het niveau van de stoeprand;
    In geen geval mag het grondniveau van de beplantingsput van de boom worden verhoogd.
    Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan het garanderen van de zichtbaarheid voor voetgangers en het behoud van het onderhoudsgemak van de boom. Op kruispunten, zebrapaden en opritten mag de planthoogte niet meer dan 50 cm bedragen (volgroeid). De plantengroei moet ook in de breedte worden beperkt tot de binnenafmetingen van de put (grondafmetingen).
    Er moet een bord worden geplaatst om de inwoners en de gemeentelijke ambtenaar te waarschuwen, volgens het model dat door het College is vastgesteld.
    Er worden geen spijkers of andere scherpe voorwerpen in de boomschors aangebracht om dit bord op te hangen. Als de signalisatie direct op de stam wordt geplaatst, moet de aanvrager flexibele of elastische bevestigingsmiddelen gebruiken om de boom niet te beschadigen, en moet hij ervoor zorgen dat deze bevestigingsmiddelen gedurende de hele levensduur van het project worden aangepast, afhankelijk van de groei van de boom. Hij moet controleren of deze signalisatie zichtbaar, schoon en goed onderhouden is.
    
ARTIKEL 9: Plaatsing van bakken in de openbare ruimte
Wanneer de aanvrager een vergunning ontvangt voor beplanting in een bak, wordt de bak door de stad ter beschikking gesteld en geïnstalleerd;
Het trottoir waarop de aanvrager de bak wil plaatsen heeft een minimale breedte van 200 cm inclusief de stoeprand;
In alle gevallen moet een minimale afstand vrij van obstakels over de breedte van de stoep worden gerespecteerd in overeenstemming met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening;
Wanneer de bak tegen een gevel wordt geplaatst, moet deze ertegen worden geplaatst, maar niet worden vastgezet, zodat de toegang tot de kelder door de nood-of onderhoudsdiensten gewaarborgd blijft. De kelderverdiepingen, ramen en elementen van het kleine erfgoed (versieringen, kranen, voetschrapers...) moeten ook volledig vrij blijven,
om redenen van gezondheid, veiligheid en erfgoedversterking;

ARTIKEL 10: Plaatsing van klimplanten op gevels aan de straatkant
Bij de plaatsing van een klimplant op een gevel aan de straatkant wordt het plantgat (maximaal 30 x 60 cm, gelegen op minimaal 60 cm van de scheidingslijn) door de stadsdiensten parallel aan de gevel gegraven. Deze laatste zal, indien nodig, een beschermend korset leveren, alsook de plant waarvan de aanvrager de soort moet
kiezen uit de verstrekte lijst, binnen de grenzen van de beschikbare voorraad;
Het plaatsen van klimplanten is verboden op de gevels van geklasseerde gebouwen of gebouwen die op de bewaarlijst staan;
Het trottoir waarop de aanvrager de klimplant wil plaatsen moet een minimale breedte hebben van 150 cm inclusief de stoeprand;
De ruimte die de plant inneemt mag niet meer dan 30 cm van de gevel verwijderd zijn en moet in alle gevallen binnen de grenzen van het betreffende terrein blijven;

TITEL III: SLOTBEPALINGEN

Artikel 11: Persoonlijke gegevens en auteursrecht
De aanvrager verbindt zich ertoe om de stadsdiensten op eerste verzoek te voorzien van foto's die de goede ontwikkeling van zijn beplantingsproject tonen. De aanvrager geeft de stad toestemming om de foto's te gebruiken om de aandacht te vestigen op initiatieven en de aanpak van de burgers te bevorderen.
De persoonsgegevens die worden verzameld in het kader van een verzoek dat onder dit reglement valt, worden verzameld overeenkomstig de Europese verordening van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en worden alleen door de Stad Brussel verwerkt met het oog op de tenuitvoerlegging van dit reglement.
De verzamelde informatie wordt opgeslagen in een geautomatiseerd bestand dat door de Stad Brussel wordt beheerd.
Deze gegevens worden bewaard gedurende de tijd die nodig is om het doel te bereiken en zijn uitsluitend bestemd voor het personeel dat verantwoordelijk is voor de behandeling van de dossiers in verband met de uitvoering van dit reglement. Deze gegevens kunnen worden meegedeeld aan personen buiten de Stad Brussel wanneer dit nodig is voor de uitvoering van het project.
Iedereen die betrokken is bij de gegevensverwerking kan zijn persoonsgegevens raadplegen, laten corrigeren of verwijderen. Daartoe stuurt hij een brief met een kopie van zijn identiteitskaart naar het volgende adres :
Stad Brussel – Wegeniswerken, Werkhuizenkaai 97, 1000 Brussel.
Elke persoon die betrokken is bij de gegevensverwerking kan een klacht indienen bij de Gegevensbeschermingsautoriteit als hij van mening is dat zijn persoonsgegevens ten onrechte worden verwerkt